Differentiatie

zet in op verschillende vormen van differentiatie

Differentiatie in flexwerking kan gebeuren door verschillen in begeleiding: leerlingen in spoor 1 verwerken de leerstof volledig samen met de leerkracht, in spoor 2 volgen ze de instructie en gaan dan zelfstandig aan de slag, in spoor 3 werken ze volledig zelfstandig.


Je kan echter ook verschillen in moeilijkheidsgraad inbouwen in de opdrachten of inspelen op differentiatie in tempo, waarbij niet elke leerling even veel oefeningen maakt.

zet in op reflectie

Zichzelf inschalen in een spoor en zichzelf inschatten in het algemeen is nog moeilijk voor leerlingen van de eerste graad.


Bouw voldoende momenten in om te reflecteren op de vraag of ze zich goed ingeschat hadden en hoe ze hun inschaling de volgende keer beter kunnen aanpakken. 

voorzie vraagmomenten en beperkte kans om te wisselen

Als leerlingen die voor een spoor met weinig begeleiding kiezen geen kans hebben om vragen te stellen of in geval van nood van spoor te wisselen, dan gaan ze uitdaging de volgende keer uit de weg. 

geef leerlingen voldoende tijd om zichzelf in te schalen

Leerlingen geven aan dat de keuze voor een fout spoor vaak te maken heeft met het feit dat ze te weinig tijd hadden om de opdrachten grondig te bekijken.


Ruim hiervoor voldoende tijd in, geef de leerlingen ondersteuning. 

Lees wat leerlingen en leerkrachten te vertellen hebben ...

Wat vinden leerlingen en leerkrachten motiverend aan differentiatie in flexwerking?

Share by: